maandag 24 juni 2013

Een ander model voor een publieke omroep met bestaansrecht?

Vanochtend luister ik in de auto naar een interview op BNR met Joop Daalmeijer, die van staatssecretaris Sander Dekker de opdracht heeft gekregen te adviseren over de toekomst van de publieke omroep. Dekker is met name benieuwd naar het antwoord op de vraag hoe de omroepen in de toekomst hun maatschappelijke rol kunnen vervullen. Een maatschappelijke rol die verder in dat verzoek niet gedefinieerd is, zoals De Nieuwe Reporter terecht opmerkt.

Los van de exacte taakstelling van de publieke omroep, ik ga er even vanuit dat er een bestaansrecht is, vraag ik me echter vooral af of het model van de publieke omroep wel het juiste is. Wanneer je, bijvoorbeeld, sport en amusement moet aankopen en uitzenden om voldoende publiek te krijgen voor de produkties die daadwerkelijk bijdragen aan de taakstelling, kunnen we dan niet een veel beter model bedenken?

Het is niet zozeer een mening, maar wel een vraag. Waarom heeft de publieke omroep niet een budget om produkties mogelijk te maken, die uitgezonden, gepubliceerd en/of gepromoot worden op de plekken en tijdstippen die zich daarvoor het best lenen? Zonder dat de publieke omroep daarvoor eigen zenders en websites nodig heeft. Waarom zou de overheid in deze anders moeten zijn dan een adverteerder of uitgever die samen met omroepen en produktiehuizen (cross mediale) formats ontwikkelt voor specifieke doelgroepen?

Wanneer ik echter naar Joop Daalmeijer luister dan vraag ik me af of we de juiste antwoorden op de gestelde vragen gaan krijgen. Ik kom er net achter dat hij bij mij om de hoek woont, dus misschien moet ik maar eens langslopen;-)